Mag het in het klad?

Weet je nog..? Die tijd van de kladversie? Voordat je je definitieve opstel inleverde ging je aan de slag met je kladje. Met potlood en een gum. Iets later werd dat een pen een tipp-ex. Of wellicht de typemachine met tipp-ex blaadjes. Voor de kenners onder ons.

Maar dat potlood en die gum. Die kladversie. Waarom blijft die altijd in het laadje liggen? Of nog erger, vindt deze zijn weg naar de prullenbak? Waarom hebben wij onszelf zo geprogrammeerd dat de kladversie niet goed genoeg is? Omdat het altijd nog beter kan?

Sterker nog. Met het werken achter de computer wordt het nog erger. Je typt sneller dan dat je werd gedwongen met de hand te schrijven. En te strepen. Of te gummen. De backspace knop droogt sneller dan de type-ex. Het blad is alweer leeg voordat je de kans hebt de gum-krulletjes weg te blazen.

Weg inspiratie. Je oorspronkelijke eerste idee. Nee. Plaats maken voor nog iets beters. Mooiers. Perfecters – Alsof er nog iets beters bestaat dan perfect –

Ik heb er last van. Ja super fijn hoor. Altijd genoeg inspiratie om opnieuw te beginnen. Aan de scherpen. En dat is dus nu juist ook mijn valkuil. En misschien herken jij hem wel? Dat het daardoor alleen maar extra tijd kost? In plaats van het kladje van 20 minuten wordt het opeens een heus opstel van 3 uur. En je dan maar afvragen waar de tijd toch blijft…

In tijdnood komen, want ja ‘je moet nog zoveel’ en ‘het kost zoveel tijd.’

De laatste weken merk ik dat ik ongemerkt mijn kladversies snel weer in het virtuele laadje leg. In de vorm van 30 kladjes die openstaan op mijn bureaublad. Weer wat anders begin. Omdat het uitwerken volgens nog zoveel tijd kost. En het leuker is aan een nieuw kladje te beginnen.

Want klad blijft toch het leukst. Daar zit de passie. Daar zit de echtheid. Daar zit het oorspronkelijke idee. En alles wat daarna komt is teveel. Alsof de kerstboom te vol wordt behangen. Hij wordt er vaak niet mooier van. Sterker nog. Lelijk. Van volmaaktheid.

Ik wil weer kladden. Doe je mee?